De waarheden van mijn moeder

Productinformatie "De waarheden van mijn moeder"
Een Noorse vrouw van middelbare leeftijd heeft een succesvolle carrière opgebouwd als kunstenaar in de Verenigde Staten, maar is door de aard van haar werk van haar ouders vervreemd geraakt. Dertig jaar later keert ze terug naar Noorwegen, in de hoop om terug te vinden waar ze naar verlangt.
Eigenschappen "De waarheden van mijn moeder"
Auteur: Vigdis Hjorth
Genre: Psychologisch verhaal
Onderwerp: Kunstenaressen, Moeder-dochter relatie, Obsessie
Originele Taal: Noors
Aantal pagina's: 333
Jaar van uitgave: 2024

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

Dina's erfenis
De Noorse auteur (1942) is nu met een vervolg gekomen op de trilogie over de lotgevallen van drie generaties in de Noord-Noorse handelsplaats Reinsnes. De dominante, eigenzinnige grootmoeder Dina is in 1890 omgekomen toen de herenboerdrij in Reinsnes afbrandde. Haar kleindochter Karna leest op de begrafenis een brief voor die Dina heeft nagelaten: een bekentenis. Dina heeft haar man en haar minnaar vermoord. Het leven nabij de poolcirkel in de ruige natuur tekent de karakters van de bewoners en vormt hun incasseringvermogen. Karna belandt getraumatiseerd in een kliniek in Kopenhagen. Ze praat niet meer, maar blijft in daden voor haar overtuigingen opkomen. De lezer krijgt glashelder inzicht in haar denkperspectieven. De beweegredenen van de familieleden zijn meeslepend beschreven. Overspel, trouw, machteloosheid en totale overgave wisselen elkaar af in een land waar het extreme verschil tussen lichte zomers en donkere winters een vast gegeven is. In de dialogen zijn onbenoembare binnengevechten verstopt die confronterend herkenbaar zijn. Een verhaal dat tot de laatste zin verrast. Herkenbaar en nieuwe inzichten, blikverruimend. Vervolg op de ‘Dina-trilogie’.
Aquarium
De 12-jarige Caitlin heeft een hechte band met haar alleenstaande moeder die als havenarbeider werkt in Seattle. Ze wonen ver weg van school en haar moeder maakt lange uren dus iedere dag wacht ze na school – ze is gefascineerd door vissen - een paar uur op haar moeder bij het Seattle Aquarium. Daar ontmoet ze een oude man met wie ze vriendschap sluit en iedere dag na schooltijd praat en naar de vissen kijkt. Op school sluit ze een hechte vriendschap met een Indiaas meisje die uitgroeit tot een prille, eerste relatie. Maar als haar moeder achter haar vriendschap met de oude man komt en achter zijn identiteit, worden oude wonden opengereten en loopt het volledig uit de hand tussen Caitlin en haar moeder. Disfunctionele families, ontspoorde familierelaties en de soms gewelddadige gevolgen zijn ook in deze roman van Vann (1966) weer het hoofdthema. De natuur is minder aanwezig, op de vissen na die hier, net zoals in zijn sterke, meervoudig bekroonde autobiografische debuutroman ‘Legende van een zelfmoord’, weer een belangrijke rol spelen. Vann’s vierde roman en weer een topboek. Een in beeldende, krachtige taal geschreven boeiend verhaal met psychologisch goed onderbouwde, overtuigende karakters.
De experimenten
Charlie gaat zeer tegen haar zin haar stiefmoeder Alma verzorgen, die 96 jaar is en op sterven ligt. Ze heeft haar vijftig jaar niet gezien: ze was van huis weggelopen omdat ze het leven met haar stiefmoeder niet meer kon volhouden: de kleineringen, de dwang en de alles verstikkende liefde werden haar te veel. In de intimiteit van het noodgedwongen samenzijn vertelt Alma voor de eerste keer van de gruwelen die zij heeft ondergaan in concentratiekamp Auschwitz in de Tweede Wereldoorlog. Dit werpt een ander licht op de relatie dader-slachtoffer: Charlie leert begrijpen vanuit welke motieven haar stiefmoeder vroeger gehandeld heeft bij haar opvoeding. Ze wordt hierbij geholpen door haar dochter Sofia die als therapeut probeert te bemiddelen. Een hoofdstuk uit het heden wordt steeds afgewisseld met het verleden, waarin beurtelings zowel de jeugdjaren van Charlie als het verleden van Alma verteld worden. Het einde blijft open: het is aan de lezer om te bepalen hoe het verder gaat. Een goed geschreven roman in eenvoudige taal; de lezer moet zich echter wapenen tegen de Auschwitz-ervaringen.
De vlammenwerpers
In dit soms wat complexe verhaal komt de jonge kunstenares Reno in 1975 naar New York. Ze heeft maar één passie, ze wil uit haar fascinatie voor motoren en snelheid kunst maken. In de tumultueuze kunstscene van de stad krijgt ze een verhouding met Sandro, telg uit de rijke Italiaanse motorfamilie Valera. Met hem vertrekt ze naar zijn geboorteland, dat juist in die periode wordt overspoeld door politiek radicalisme. Deze zo verschillende werelden van snelheid, kunst, rijkdom en politiek radicalisme worden door Kushner op een caleidoscopische, boeiende wijze met elkaar in verband gebracht. Opvallend is hierbij haar stijl van schrijven. Ze schrijft in korte zinnen die de lezer heel dicht bij het verhaal houden. Als ze in New York is teruggekeerd is Reno onder de invloed van de tegengestelde werelden waarin ze heeft vertoefd, veranderd. Een levendige en overweldigende roman waarin Kushner fictie en werkelijkheid knap weet te combineren.
De vlamberken
Edvard is opgegroeid bij zijn grootvader. Hij ontdekt dat zijn ouders in 1971, toen hij drie was, in zijn bijzijn in Frankrijk zijn omgekomen door een gifgasgranaat. Edvard was daarna drie dagen zoek, werd gevonden in een dokterspraktijk meer dan honderd kilometer verder. Twintig jaar later, na de dood van zijn grootvader, gaat hij op zoek naar de werkelijke gebeurtenis rondom de dood van zijn ouders. Die tocht leidt hem naar de Shetlandeilanden, Noord-Frankrijk en naar zestien walnootbomen die verkleurd zijn door gifgas uit de Eerste Wereldoorlog. Onderweg krijgt hij te maken met zeer verschillende en sterke vrouwen. Een Schots upperclass-meisje ontpopt zich als een cruciale schakel in zijn zoektocht. Maar ze laat niet altijd het achterste van haar tong zien. De geschiedenis wordt afgepeld als een ui. Steeds als je als lezer denkt te weten hoe de vork in de steel zit, komt er weer een nieuwe onthulling die je de greep houdt. Ruim 400 pagina's ademloos lezen! Een prachtig boek, knap en beeldend geschreven. De lezer leest niet, maar beleeft! Van de Noorse auteur (1968) verscheen o.a. ook ‘De man en het hout’*, een handleiding voor het kappen, hakken, stapelen en verbranden van hout.
De geschiedenis van bijen
Er zijn drie verbonden verhaallijnen, die spelen in drie eeuwen. Ze beschrijven naast heden, verleden en toekomst van de imkerij, universele waarden als menselijke kwetsbaarheid, liefde voor je kinderen en hoop. In 2098 kent China geen bijen meer en is Tao een van degenen die fruitbomen handmatig moeten bevruchten. Ze hoopt op een beter leven voor haar zoontje via een goede opleiding, maar een ongeluk verandert alles. In 2007 heeft George het in de VS als imker zwaar door bijensterfte en hij hoopt dat zijn zoon de boerderij wil redden, maar die wil schrijver worden. In 1852 heeft de depressieve Engelse bioloog William een noodlijdende zaadhandel en hij hoopt een nieuwe bijenkorf te ontwikkelen, die zijn zoon een nieuwe toekomst zal geven. De Noorse scenariste en kinderboekenschrijfster (1975) debuteert met deze roman voor volwassenen die een bestseller was in Noorwegen en werd bekroond met de Noorse Boekhandelsprijs. Het originele, heel boeiende en goed vertaalde verhaal verbindt niet alleen de drie verhaallijnen knap met elkaar, maar zet ook op een prettige manier aan het denken.
Zeevonk
Tweede roman van de auteur (1963) die in 2010 succesvol debuteerde met 'Parnassia'*. De thema’s zijn wederom een verstoorde moeder/dochterverhouding, communicatieproblemen en onverwerkte oorlogstrauma’s. De achtergrond wordt gevormd door de Jappenkampen en het verloren Indië. Een jong meisje uit Hoorn emigreert naar Nieuw-Zeeland om er een onbekende Nederlandse man te trouwen. Het huwelijk mislukt, Freya wordt verliefd op haar pianoleraar en is niet in staat om van haar kind te houden. Haar ontrouw komt uit en het jonge gezin keert in 1967 terug naar Nederland met de Achille Lauro (voorheen de Willem Ruys). De minnaar is echter ook aan boord en de echtgenoot besluit alleen met het kind terug te keren naar Nieuw-Zeeland. De nieuwe relatie loopt stuk en Freya blijft alleen achter in Nederland, met haar moeder die mondjesmaat over het verleden begint te praten. Vanaf 1971 maakt ze cruises met de Achille Lauro en loopt haar leven synchroon met dat van het schip. De roman heeft een opvallende manier van perspectiefwisseling tussen hoofdpersonage en schip - bekend geworden door de kaping in 1985 en de brand en ondergang in 1994. Mooie mix van feiten en fictie voor een groot publiek.
Mevrouw mijn moeder
In deze roman beschrijft Yvonne Keuls (1931) haar Indische afkomst, de repatriëring naar Nederland en de aanpassingsproblemen hier. Maar vooral is het een beschrijving van haar moeder. Deze vrouw, zeer koppig, maar ook fantasierijk, vertelt de mooiste verhalen over Indonesië, haar afkomst en al of niet verzonnen familiebelevenissen. Maar ook aan het vasthouden aan gewoontes en normen van Indië wordt aandacht geschonken. De schrijfster vertelt met heel veel humor, maar ook vol liefde over haar verhouding met haar moeder. Ook de langzame aftakeling van haar moeder wordt door de schrijfster op een ontroerende manier verhaald. De verhalen van en over haar moeder zijn juweeltjes van vertelkunst.