Indische duinen
Adriaan van Dis
Productinformatie "Indische duinen"
De ik-figuur, in Nederland geboren, is lid van een Indisch repatriantengezin dat zich met zijn Japanse-bezettingstijd-ervaringen in 'gastvrij' Nederland tracht te handhaven. Op de zoektocht naar zijn wortels stuit hij op feiten die hem zijn familie leren waarderen - met name zijn gehate gestorven vader. Historische feiten, herinneringen in flashback en eigentijdse belevenissen brengt de auteur (1946) zonder nostalgie bijeen in een bijzondere roman met goede sfeertekeningen. De stijl is recht voor zijn raap. Scherp en helder analyserend spaart de auteur zichzelf daarbij ook niet. Hartverwarmend zijn z'n gevoel voor humor en optimisme.
Eigenschappen "Indische duinen"
Auteur: | Adriaan van Dis |
---|---|
Onderwerp: | Familierelaties, Indisch milieu |
Aantal pagina's: | 280 |
Jaar van uitgave: | 2017 |
Aanmelden
Vergelijkbare boeken
Naar de vuurtoren
Een Victoriaanse familie met acht kinderen brengt de zomervakantie door op het eiland Skye van waaruit een tochtje op zee naar de vuurtoren wordt gepland.
Familieziek
Net als in zijn debuut 'Nathan Sid' en in 'Indische duinen' staat in deze 'roman in taferelen' een uit Indonesië afkomstig gezin, dat in Nederland een nieuw bestaan probeert op te bouwen, centraal. De vader, steeds meneer Java genoemd, is een door de oorlog beschadigd man. Zijn zoon, steeds de jongen genoemd, wordt door hem steeds meer bij zijn waanwereld betrokken. De jongen is een stille getuige van de waanzin, terwijl de moeder en dochters (eerstezus, middelzus en derdezus) een sceptisch koor vormen dat commentaar levert op wat er gebeurt. Het verhaal speelt zich af in een dorp aan zee, ten tijde van de Koude Oorlog. Gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis (Nederlanders die uit Indonesië worden gegooid, Russische tanks die Boedapest veroveren etc.) hebben grote invloed op meneer Java, die alles volgt op de pas aangeschafte televisie ('De eerste in de straat'). De waanzin van meneer Java gaat steeds verder en uiteindelijk wordt hij opgenomen in Schild en Heil, het gekkengesticht. Omdat de jongen volgens zijn moeder een harde hand nodig heeft, wordt hij naar haar boerenfamilie gestuurd. Een mooie familieroman, goede sfeertekening en prettig leesbaar.
De familieblues
Yvonne Kroonenberg heeft mensen gevraagd naar verhalen over hun familie. Men mocht bellen of mailen en de respons was groot. Terugblikken en gedachten over haar eigen familie wisselt ze af met deze verhalen. Ze zijn ingedeeld naar familielid waarover verteld wordt: zussen, broers, moeders, vaders, schoonzussen, zwagers, ooms en tantes. De meeste contacten binnen families lopen niet altijd even soepel, vaak is er jaloezie, ruzie, leeft men langs elkaar heen of herhalen patronen zich. Werd vader door zijn vader genegeerd of zonder liefde opgevoed, dat is de kans groot dat hij dat bij zijn eigen zoon ook doet. Soms blijven problemen voortduren, ook al is een familielid al lang overleden. Familie zit in je bloed, je ontkomt er niet aan. Vandaar de titel: Familieblues. Herkenbare en daardoor soms geruststellende verhalen, prettig om te lezen. In deze bewerking in gemakkelijk Nederlands van het gelijknamige boek (2011)* is de tekst eenvoudig en zijn de zinnen kort zonder moeilijke woorden. Overzichtelijke tekstblokken, bijna elke zin begint op een nieuwe regel. Bedoeld voor mensen met een kleinere woordenschat of voor wie om wat voor reden dan ook prijs stelt op lectuur in eenvoudig Nederlands. Voorzien van het keurmerk Makkelijk Lezen. Duidelijke druk, nostalgische omslagfoto.
Ik kom terug
Het gevecht om een kist tussen moeder en zoon in de openingsscène is tekenend voor wat volgt. Deze kist is de metafoor voor wat de zoon wil weten en de moeder niet kwijt wil. De eerste en laatste zin van het boek tekent hun beider leven: ’We stonden tegenover elkaar, mijn moeder en ik’, culminerend in de kernzin: ’Jij een verhaal, ik een pil’ (76). Met het notitieblok in de hand reist Van Dis in de maanden voor haar overlijden met zijn moeder door Nederland naar bekende plekken en onbekende familieleden. Zo ontfutselt hij haar de verhalen over haar familie, haar echtgenoten, haar ervaringen in de beide wereldoorlogen, herinneringen die zij altijd voor hem verborgen heeft gehouden. Als reactie op haar ervaringen vlucht zij in de esoterie. Afstoten en aantrekken, maar ook afstand nemen en afstandelijkheid bepalen hun relatie. Verantwoordelijkheidsgevoel en respect winnen het uiteindelijk. Een sterke, afwerende, zwijgzame moeder tegenover een gevoelig en hunkerend kind dat zich altijd een buitenstaander voelde. Een mooie samensmelting van autobiografie en memoires. Normale druk.
De terugkeer
Twintig jaar geleden koos Gerrit voor de dood als uitweg uit zijn depressies. Hij liet zijn vrouw en twee jonge kinderen achter. Nu zit dochter Jennie met vragen en herinneringen. Ze gelooft niet dat haar vader zelfmoord pleegde. Zoon Max leeft met een onderdrukt trauma over het leven met een depressieve vader, zijn dood en de zorg voor hun moeder. Het gewroet van zijn zus haalt zijn leven overhoop. Ondertussen begint moeder te dementeren en wil Jennie haast maken om nog antwoorden te krijgen. Vader Gerrit kijkt toe en vindt er zelf ook wat van, maar niemand, behalve de lezer, hoort hem. Prachtig geconstrueerde roman over verlies, trauma en wat depressie en de dood doen met een gezin. Met soms bijna staccato geschreven situaties en gedachten wordt het gezin beschreven. Het laat zien hoe herinneringen door de tijd worden aangetast en hoe ieder gezinslid de gaten op eigen wijze invult. De overleden vader heeft ook een stem, wat zorgt voor een apart perspectief. Eerder werk van de schrijfster (1972) werd bekroond met de Frans Kellendonk-prijs en stond op de shortlist van de Libris-literatuurprijs.
Honderd jaar eenzaamheid
De beroemdste roman van de Colombiaanse winnaar van de Nobelprijs voor literatuur 1982. José Arcadio Buendia is 24 als hij het dorp Macondo sticht, ergens in Zuid-Amerika. Op zeer hoge leeftijd sterft hij als krankzinnige. Zijn zoon Aureliano neemt de leiding over en vol verlangen om sociale misstanden te verbeteren ontketent hij tal van revoluties. Het dorp groeit uit tot een stad dankzij een grote bananenplantage. Stakingen dwingen de firma echter de exploitatie te staken. Radicale veranderingen, die in vele generaties Buendia worden doorgevoerd, zijn niet in staat Macondo te redden. Een uiterst spannend boek dat in fictie de trieste realiteit schetst van het Zuid-Amerikaanse volk.
Vijf vrolijke verhalen
Het meest bekende verhaal in deze mooi uitgegeven bundel van Adriaan van Dis (1946) is 'De rat van Arras' dat oorspronkelijk verscheen in 1986. Van Dis legt uit dat Alfred Birney manuscripten had gevonden van ‘de Rat’ en dat het verhaal na 35 jaar toe was aan een herdruk. Birney plaatst het in een historische context: ‘de schrijver heeft een rat losgelaten die al dertig jaar knaagt aan de onwil van Nederland de minder fraaie hoofdstukken van onze koloniale geschiedenis te openbaren.’ De nieuwe versie is sterk en je voelt het belang van het verhaal en de boodschap. De overige verhalen zetten de lezer ook aan het denken, de thema's zijn zonder meer actueel en prikkelend. Met de grote schare fans van Van Dis is dit ongetwijfeld weer een boek dat zijn aftrek zal vinden. De verhalen lezen ondanks de zwaardere thema's heel makkelijk weg. Veertig jaar schrijverschap komt samen in deze bundel, die de lezer aan het denken zet en actuele thema's aansnijdt.
KLIFI
In het Nederland van rond 2030, een republiek onder leiding van een populistische president die de media controleert, heeft als gevolg van de klimaatverandering een orkaan huisgehouden. Slachtoffers zijn er in een laaggelegen woonoord van vluchtelingen en verschoppelingen. Overlevenden worden ondergebracht in de woning van de 84-jarige ex-bibliothecaris Jákob Hemmelbahn, in 1956 met zijn ouders gevlucht uit Hongarije. De regering ontkent de gevolgen en als gevolg daarvan groeit bij Jákob de woede. Hij verzamelt de verhalen van slachtoffers en schrijft een pamflet (‘Klifi’, Klimaat Fictie), maar ziet zich genoodzaakt tot zelfcensuur om kans op publicatie te maken. De gevolgen daarvan ziet de lezer in de tekst. De door een grote letter en ruime interlinie tot romanlengte opgedikte grillige vertelling toont de zorg van de populaire auteur (1946), die ook in eerder werk maatschappelijke betrokkenheid toonde. Hier haalt hij veel overhoop in kort bestek, waarbij vooral de bijfiguren niet echt tot leven komen. Een actueel boek, maar te luchtig voor een dystopie en niet komisch genoeg voor een satire..