Dragelijke lichtheid

Productinformatie "Dragelijke lichtheid"
Een persoonlijk verhaal van presentatrice Dieuwertje Blok over de oorlogservaringen van haar Joodse moeder Henny Gazan, die tweeënhalf jaar ondergedoken zat en in die tijd een dagboek bijhield. Na het overlijden van haar moeder vinden Dieuwertje en haar zussen een dagboek: het vertelt het verhaal van een vrolijke, intelligente jonge meid, die om de haverklap verliefd was — maar die ook meer dan twee jaar haar huis niet kon verlaten. Door de dagboekfragmenten aan te vullen met brieven, herinneringen, anekdotes en historische context schetst Blok een ontroerend portret van een inmiddels bijna verdwenen generatie, en leert hierdoor zowel haar moeder als zichzelf steeds beter kennen. ‘Dragelijke lichtheid’ is toegankelijk en warm geschreven. Met historische foto’s in kleur en zwart-wit. Dieuwertje Blok (1957) is een Nederlandse televisie- en radiopresentator en actrice. Ze presenteerde onder meer voor de KRO, VARA en RTL, en NPO Radio 4 en is het gezicht van het Sinterklaasjournaal. ‘Dragelijke lichtheid’ is haar debuut.
Eigenschappen "Dragelijke lichtheid"
Auteur: Dieuwertje Blok
Onderwerp: Dagboeken, Joodse jongeren, Nederland, Wereldoorlog II
Aantal pagina's: 198
Jaar van uitgave: 2022

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

Rose
Rose is de naam van de grootmoeder van de auteur (1959). De geschiedenis begint in 1920 en schetst de situatie van een Joodse familie tegen de achtergrond van Europa dat door de Eerste Wereldoorlog verwoest is. De familie woont in Duitsland waar frustratie bestaat over het verlies van de oorlog, dat economisch bankroet is, arm en vernederd en opgezadeld is met herstelbetalingen. Dat alles blijkt weer een voedingsbodem te worden voor de Tweede Wereldoorlog. Het knappe van het verhaal is dat aan de hand van het geschilderde portret van een gezin de wanhoop en de dreiging van gevaar voelbaar worden in de tussenliggende jaren. Hoofdpersoon Rose ontmoet een Nederlandse dominee en vestigt zich in Nederland. Andere leden van de familie waaieren uit over Europa en daarbuiten, in een poging het noodlot te ontvluchten, namelijk de opkomst van de nationaalsocialisten. De roman laat voelen hoe de situatie steeds drukkender, onheilspellender en antisemitischer wordt. Indringend en goed geschreven.
Een Duitse fantasie
De roman is opgebouwd uit verschillende verhaallijnen die soms duidelijk en soms minder duidelijk met elkaar te maken hebben, maar als overkoepelend thema de Tweede Wereldoorlog hebben. Een vluchtende ex-bewaker van een concentratiekamp, een vrouw die haar geliefde mist, een oude man die terugdenkt aan een openluchtconcert vlak na de oorlog, een meisje in een bejaardentehuis dat een oude man moet helpen eten en daar helemaal geen zin in heeft. Ook wordt via brieven en een interview de mogelijke verdwijning van de kunstenaar Franz Marc beschreven. Hij overleed in 1940, maar is misschien al eerder van de radar verdwenen. Philippe Claudel (1962), schrijver van een groot en imposant oeuvre, laat aan de hand van enkele personages de pijnlijke kant van de oorlog oplichten. Wie was er goed en wie fout, wat weten we van al die naamloze slachtoffers of de familieleden en geliefden van hen die verdwenen zijn? Een intrigerende en originele reconstructie van enkele roemloze levens die niet vergeten mogen worden. Zeer de moeite waard.
De opgang
Begin 2000 leert de auteur het boek “Zoon van een ‘foute’ Vlaming” van Adriaan Verhulst kennen. Hij komt daardoor te weten dat hij 20 jaar in een huis gewoond heeft dat lange tijd bewoond werd door een SS'er. De auteur ontwikkelt twee verhaallijnen. Enerzijds is er het levensverhaal van Willem Verhulst. Over zijn gezin, waarbij vooral zijn echtgenote, een pacifistisch Mientje, en zijn minnares Griet in beeld komen. De auteur schetst hoe Willem evolueert tot een overtuigde en radicale flamingant en collaborateur met de Duitse bezetter. Anderzijds is er de woning die een zekere onweerstaanbare aantrekkingskracht op de auteur had en die hij in een opwelling kocht in 1979. In de kamers van het huis liggen heel wat verhalen bezonken. Beide verhaallijnen, die elkaar afwisselen, zijn gebaseerd op historische feiten en uitgebreid bronnenmateriaal, aangevuld met de verbeelding van de auteur. Het geheel is mooi in elkaar gevlochten tot een boeiend en spannend verhaal. Waar oorlog woedt, sympathiseren mensen met de bezetter of gedragen zich als patriot of verzetsstrijder. De auteur werkte het universele thema van de collaboratie subliem uit. Foto’s van voorwerpen en plaatsen illustreren de tijd van toen. Stefan Hertmans (1951) is auteur van 'Oorlog en terpentijn' en 'De bekeerlinge'.
Bij mij ben je veilig
De Amerikaanse auteur kruipt in de huid van Stefania Podgórska, een Pools katholiek meisje van zestien dat onderdak verschaft aan Joodse mensen tijdens de Tweede Wereldoorlog. De lezer volgt Fusia, zoals ze genoemd wordt, in alles wat ze doet, zit in haar gedachten, voelt haar angst en deelt de (talrijke) momenten waarop ze, telkens weer, haar eigen veiligheid blootstelt aan het gevaar van ontdekking met onherroepelijk de dood tot gevolg. De schrijfster baseert zich op de (ongepubliceerde) memoires van Stefania Podgórska die ze via Podgórska's zoon Ed in 2017 heeft gekregen. Een eerbetoon aan een moedige, onverschrokken heldin, een hulde aan medemenselijkheid, getoond in de meest barre omstandigheden. Het verhaal leest als een trein. Korte zinnen schroeven het tempo op, zeker wanneer er op een kwade dag in 1944 twee Duitse verpleegsters een kamer in het huis bezetten terwijl op zolder dertien onderduikers proberen zich stil te houden en te overleven dankzij Fusia. En ja, ook de liefde vlamt op. Een geromantiseerd overlevingsverhaal? Ja, maar de wetenschap dat het berust op een realiteit die niet vergeten mag worden, vergoedt veel.
De ondergrondse leesclub
Een vrouw neemt een Joods meisje in huis op de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Als Londen gebombardeerd wordt, starten ze samen een leesclub in de schuilkelders.
Mijn moeders strijd
Essay over de moeder van de auteur en haar emancipatiestrijd. Ze werd geboren in het Turkse dorp Baltas. Door haar huwelijk belandt ze in de jaren tachtig in de Amsterdamse Bijlmermeer (Nederland), waar ze ten tijde van deze publicatie nog altijd woont en werkt. Het essay verscheen in het kader van de boekenweek 2019.
Zolang er nog tranen zijn
Na Kristallnacht 1938 besluiten de joodse ouders van Hannelore Klein uit Berlijn te emigreren. Met veel moeite krijgen ze een visum voor Cuba en vertrekken op 13 mei 1939, maar bij aankomst weigert Cuba de 937 joodse passagiers op te nemen. Als na wekenlang onderhandelen het schip moet terugkeren naar Europa, willen Frankrijk, België, Engeland en Nederland mensen opnemen. Het gezin Klein komt eerst terecht in Amsterdam, maar na de Duitse bezetting in Westerbork, tot juli 1942 vluchtelingenkamp voor Duitse joden dat valt onder Justitie. Daarna wordt het een nazi-kamp en vanaf 14 juli 1942 vinden er de beruchte dinsdagtransporten naar de vernietigingskampen plaats. Het gezin Klein gaat naar Auschwitz, Hannelore overleeft als enige. De auteur (1927-2015) schreef haar herinneringen in 1990 op om er vanaf te zijn, niet voor publicatie. Nu zijn ze gelukkig postuum alsnog uitgegeven. Goed geredigeerd, van noten, nawoord en familiefoto's voorzien door haar zoon, schrijver Arnon Grunberg, is dit boek moedig, ontroerend en belangrijk.
Koningin van de nacht
De auteur beschrijft hoe een halfjoods gezin de Tweede Wereldoorlog beleefde. Roman met veel autobiografische elementen, die op een verfilming lijkt te wachten. Het leven van vader Daniël en zoon Daan Maandag staat centraal, van 1940 tot 21 november 1944, toen in Den Haag de actie Schneeflocke, een grote razzia, plaats vond. De intense relatie tussen de naïeve vader, een musicus, en zijn fantasierijke zoon wordt ontroerend neergezet, tegen een achtergrond van ontberingen en onderduikplannen. De rol van de gestorven katholieke moeder, een beroemde violiste, in hun leven is belangrijk, maar dat geldt ook voor instrumenten en vrienden van de straat. Vooral de belevingswereld van de jonge Daan en zijn opgroeien en ontwaken krijgen aandacht. De bekende en bekroonde Nederlandse schrijfster (1931), ook werkzaam geweest als jeugdwerker, onderwijzeres en activiste, heeft hier de novelle 'Daniël Maandag' uit 1988 met succes uitgebreid tot een interessante, ontroerende roman in de derde persoon, met een schitterend jeugdportret tegen de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog.