Marcel

Productinformatie "Marcel"
Dit alom geprezen romandebuut (uit 1999) voegt zich naadloos in de specifiek Vlaamse romantraditie van Cyriel Buysse tot Leo Pleysier. Centraal staat ook nu weer het Vlaamse familieleven, hier dan gezien vanuit het kinderperspectief van een kleine jongen die in het gezin van zijn grootouders en in de context van een bekrompen Vlaams dorpsleven zijn wereld ontdekt. Beslissend in dit geval is het beschamend verleden: een lid van de familie, Marcel (zie de titel), heeft als SS'er in de oorlog met de Duitsers gecollaboreerd en dit schandelijke gegeven wordt door de familie vanuit een rechts Vlaams nationalisme toegedekt. En daarmee komt er over de kleine gebeurtenissen van iedere dag voor de jongen iets van een magische bezwering te hangen: banale handelingen als het afstoffen van foto's van overledenen worden rituelen en de dagelijkse werkelijkheden van tijd en natuur worden spiegelbeelden van de gevoelens van het kleine kind. Zo wordt deze kleine roman tot een groot meesterwerk van een - soms wat overdadig - bezielende verbeelding.
Eigenschappen "Marcel"
Auteur: Erwin Mortier
Genre: Psychologisch verhaal
Onderwerp: Collaboratie, Kinderleven, Vlaanderen
Aantal pagina's: 142
Jaar van uitgave: 2020

0 van 0 beoordelingen

Geef een beoordeling

Deel jouw ervaringen met andere leesclubs.


Vergelijkbare boeken

Familieziek
Net als in zijn debuut 'Nathan Sid' en in 'Indische duinen' staat in deze 'roman in taferelen' een uit Indonesië afkomstig gezin, dat in Nederland een nieuw bestaan probeert op te bouwen, centraal. De vader, steeds meneer Java genoemd, is een door de oorlog beschadigd man. Zijn zoon, steeds de jongen genoemd, wordt door hem steeds meer bij zijn waanwereld betrokken. De jongen is een stille getuige van de waanzin, terwijl de moeder en dochters (eerstezus, middelzus en derdezus) een sceptisch koor vormen dat commentaar levert op wat er gebeurt. Het verhaal speelt zich af in een dorp aan zee, ten tijde van de Koude Oorlog. Gebeurtenissen uit de wereldgeschiedenis (Nederlanders die uit Indonesië worden gegooid, Russische tanks die Boedapest veroveren etc.) hebben grote invloed op meneer Java, die alles volgt op de pas aangeschafte televisie ('De eerste in de straat'). De waanzin van meneer Java gaat steeds verder en uiteindelijk wordt hij opgenomen in Schild en Heil, het gekkengesticht. Omdat de jongen volgens zijn moeder een harde hand nodig heeft, wordt hij naar haar boerenfamilie gestuurd. Een mooie familieroman, goede sfeertekening en prettig leesbaar.
Dorsvloer vol confetti
De 12-jarige Katelijne groeit op als het enige meisje tussen zes broers in een streng (bevindelijk) gereformeerd Zeeuws boerengezin eind jaren tachtig, begin jaren negentig van de 20e eeuw. Het intelligente, fantasievolle kind voelt zich een buitenbeentje, als meisje wordt ze nauwelijks betrokken bij het boerenwerk, en omdat het in het gezin over weinig anders gaat, wordt ze vaak buitengesloten. Ze vlucht weg in fantasie en verhalen: bijbel- en bekeringsverhalen, kerk- en dorpsroddel, familieverhalen, maar ook boeken. Sprookjes - verboden omdat het leugens zijn die haar kunnen afhouden van de waarheid - leest ze stiekem toch. Voorzichtig zet ze de eerste schreden in de 'buitenwereld'. Een goed geschreven, boeiende debuutroman over opgroeien als meisje in een reformatorisch Zeeuws boerenmilieu, treffend, kritisch, met humor maar ook liefdevol verbeeld door Treur (1979) die zelf zo opgroeide. Met haar vrouwelijk perspectief vult deze veelbelovende jonge auteur het rijtje Siebelink, 't Hart en Wolkers mooi aan. Voor een breed publiek. Onlangs verfilmd; op het omslag de filmposter.
De opgang
Begin 2000 leert de auteur het boek “Zoon van een ‘foute’ Vlaming” van Adriaan Verhulst kennen. Hij komt daardoor te weten dat hij 20 jaar in een huis gewoond heeft dat lange tijd bewoond werd door een SS'er. De auteur ontwikkelt twee verhaallijnen. Enerzijds is er het levensverhaal van Willem Verhulst. Over zijn gezin, waarbij vooral zijn echtgenote, een pacifistisch Mientje, en zijn minnares Griet in beeld komen. De auteur schetst hoe Willem evolueert tot een overtuigde en radicale flamingant en collaborateur met de Duitse bezetter. Anderzijds is er de woning die een zekere onweerstaanbare aantrekkingskracht op de auteur had en die hij in een opwelling kocht in 1979. In de kamers van het huis liggen heel wat verhalen bezonken. Beide verhaallijnen, die elkaar afwisselen, zijn gebaseerd op historische feiten en uitgebreid bronnenmateriaal, aangevuld met de verbeelding van de auteur. Het geheel is mooi in elkaar gevlochten tot een boeiend en spannend verhaal. Waar oorlog woedt, sympathiseren mensen met de bezetter of gedragen zich als patriot of verzetsstrijder. De auteur werkte het universele thema van de collaboratie subliem uit. Foto’s van voorwerpen en plaatsen illustreren de tijd van toen. Stefan Hertmans (1951) is auteur van 'Oorlog en terpentijn' en 'De bekeerlinge'.
De wensdagen
Journaliste Patricia Wessels (1966) groeide op in de Jordaan, de Amsterdamse volkswijk met karakteristieke huisjes en kleine straatjes. Als kind, in de jaren zeventig, zag ze hoe de buurt veranderde. Van huisvrouwen die de hele dag uit het raam hingen om alles en iedereen in de gaten te houden naar een deel van de stad waar veel studenten woonden. Vervolgens kwam de verkrotting en daarna werd het een plek waar yuppen graag woonden. Wessels is een kind van hippieouders. Zij schrijft daar met veel gevoel voor decor over. Het boek is zo aantrekkelijk vanwege de naturel geformuleerde dialogen. Dat levert ontroerende situaties op, vooral wanneer haar ouders aan haar en haar broertje uitleggen waarom ze gaan scheiden. De wereld van de hippies, de oude Jordaan en hun wijze van samenleven wordt een heel boek lang door de ogen van een klein meisje beschreven.
Naar zachtheid en een warm omhelzen
Een negenjarige jongen wordt een zomer lang ondergebracht in het huis van zijn grootouders. Daar ontwikkelt hij een hechte band met de eigenzinnige dienstbode.
Kinderjaren
Een veel geprezen, in allerlei talen vertaalde en verfilmde novelle, herschreven in verkorte vorm en in eenvoudige taal. Een ik-verhaal van een Joods jongetje, dat met zijn ouders in een concentratiekamp zit en als enige overlevende van het gezin terugkeert. De bewerkster heeft de hachelijke opdracht om van het origineel een gemakkelijk leesbaar verhaal te schrijven, in essentie weten te raken. In directe en korte zinnen in de tegenwoordige tijd weet zij het verhaal opnieuw te vertellen. Gevoelige en wezenlijke nuances blijven terugkerende aandoenlijke herhalingen, die daardoor kunnen gaan irriteren. De verhaallijn verloopt op een aantal plaatsen hortend, dan wel springerig, zodat men de draad kwijt kan raken. De verklarende woordenlijst is erg summier: de begrippen lijkvergiftiging en besmettelijke ziekten hadden zeker opgenomen moeten worden. Gedrukt in een overzichtelijke bladspiegel en in een schreefloze letter. Leesniveau naar het ERK: A2-B1. Ook geschikt voor jongeren vanaf ca. 13 jaar